zaterdag 6 april 2019

Dat had hij niet

starend in de diepte over zijn land, waarvan hij het einde niet kon zien
dacht hij aan al die lege kamers, onbewoond, waar geen geluid te horen
was. Hij krabde zich achter zijn oor en keek om zich heen naar al die luxe,
die nu een noodzakelijkheid was die er niet meer toe deed

er was niemand die luisterde, ook niet als hij sluimerde, niemand die
tegen hem sprak, zijn bedienden om hem heen hadden geen empathie
geen emotie voor een man omgeven met de smart die zoveel rijkdom
gaf

Hij was alleen, en s'nachts als hij terugkeerde op z'n levenspad kwam
hij haar steevast tegen, dat meisje uit het verleden van een jaar of negen
die zei toen hij haar verliet, ' kijk maar in de tijd Maurice dan kom je mij
weer tegen, dan hoor je weer mijn lach, dan zul je weer leven'

Die weg liep hij elke nacht en elke nacht schoot hij wakker en was het
de nacht die zijn verdriet zag. Met al die rijkdom kwam het besef dat hij
alles kon kopen, maar niet die aanraking, die overgave, het intens genieten
van wat liefde en zijn geborgenheid biedt, dat had hij niet en elke nacht zag
weer zijn verdriet. Het werd stiller en stiller om hem heen en de vreugde die
rijkdom eens gaf, verdween

En elke dag liep hij naar de markt, zat hij met zijn Vino op het terras en keek
naar de mensen die hem voorbij liepen, altijd met een lach, dag na dag, tot de
dag dat hij een lach hoorde die anders was dan elke andere lach, het was een
lach die een herkenning in zich had

Hij keek rond en zag een dame, licht grijs in haar jaren, charmant met rond
haar lippen die lach die hij net gehoord had. Het was die lach die een herinnering
bij hem naar boven bracht, het was die lach die zei, ' kijk in de tijd Maurice, kijk
en je hoort weer mijn lach en dan vind je weer terug wat je ooit hebt gehad

(c) JR. 2017


Geen opmerkingen:

Een reactie posten