zaterdag 14 juli 2018

De eenzame fluiter



op een druilerige nacht zo
tegen het ochtendgloren verstoort
een fluitsolo de door iedereen
welverdiende rust

zo zuiver, zo mooi gevormd
door de meest aanstekelijke wijsjes
dat ramen worden open geschoven

maar de mist laat alleen nog een
schimmige gestalte gehuld in een
cape zien langzaam sterft het fluit
concert uit

waarna het elke nacht weer wederkeert
in de hele stad, de gewenning slaat toe
kou hangt als een gure bries in de lucht

nacht na nacht, keert de fluitserenade
terug, niemand kan de vonk van herkenning
doen branden, eens een schim altijd een schim

weer klinkt het fluit crescendo maar
dit keer zo triest dat het weg ebt in een
door duisternis gevormde nevelen

na het aantreden van een stijf bevroren
morgen, geeft de nacht het drama in al
zijn naaktheid aan de verrezen zon prijs

op een simpele bank wordt het ontzielde
lichaam van een man gevonden, naast hem
ligt een witte stok met rode ringen

de onheilstijding treft allen diep iedereen
wist zonder meer wie daar zijn 'schepper'
had gevonden

hij die zoveel gegeven had vond zijn
brood nodige rust in een pittoresk hoekje
van het plaatselijk 'rust hof' omgeven door

door een niet aflatende bloemenzee menigeen
beweert nog steeds in de door bomen gevangen
wind het fluiten te horen

soms meent men in de koude nachten
die schoonheid weer tot leven te horen
komen, eenzamer als nooit tevoren

(c) JR. 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten